Doorgaan naar hoofdcontent

Panorama 13 - Wat Beverwijk te bieden heeft


Zondagmiddag kwart over drie. Jos Vervoort zet zijn handen aan zijn mond en telt af tot nul. Het is afgelopen. De kunstenaars leggen hun kwasten neer. Een fles bubbeltjeswijn wordt uitgeschonken en deels tevreden, deels gelaten kijken de schilders naar het totaalwerk. De een is tevredener dan de ander. De een had ook hogere verwachtingen dan de ander, maar iedereen is het erover eens dat het twee inspirerende weken waren.

Het is me ook wat. Je gaat met kunstenaars die je niet of amper kent, de strijd aan om een gezamenlijk werk te maken. Een panorama nog wel. En een panorama staat voor – we kennen allemaal dat Panorama van Mesdag – een landschap dat vanaf een punt rondom wordt weer gegeven. Maar Panorama  staat natuurlijk ook voor overzicht: vanaf één punt het geheel overzien. Kijken hoe het staat met de kunstbeleving in Beverwijk. In 2013. Vandaar de naam Panorama 13, neem ik aan.

En dat laatste is goed gelukt. Het resultaat is een fraaie staalkaart van het vermogen van veertien kunstenaars die allemaal iets met Beverwijk hebben: ze wonen hier of hebben hier gewoond, of gewerkt, of op zijn minst hebben ze hier een keer met succes geëxposeerd.

Veertien kunstenaars bij elkaar, heel divers.  Ze staan of aan het begin van hun carrière , op het punt van doorbreken, of ze zijn al doorgebroken. Of ze staan nog midden in het leven op het toppunt van hun kunnen. Of ze zijn ouder en wijzer, vaardig en weten precies waar het om gaat in de schilderwereld. Ze zijn gelauwerd in binnen- en buitenland, of alleen beroemd in Beverwijk. In ieder geval heeft eenieder van de veertien zijn of haar sporen dubbel en dwars verdiend.
Tekenaars, schilders, coloristen, naturalisten, expressionisten, impressionisten, abstracten en realisten: met recht geeft deze veertig meter lange wand een mooi overzicht wat artistiek Beverwijk anno 2013 vermag.

Eerder deze weken zag ik hoe zich een totaalverhaal leek te ontvouwen, met enige samenhang. Later leken de kunstenaars zich weer terug te trekken in hun eigen schuttersputje. Het eigen werk moest eerst staan, dan de rest. De laatste dagen werd er weer wat steviger met elkaar bemoeid. De klokjes en huisjes van Tjarko van der Pol verbinden de panelen met elkaar, de mensfiguren van Marije Gertenbach wandelen of zweven over het totaalwerk. In de stad van Tjarko hebben de meeste kunstenaars een huis geclaimd en gekleurd, en last but not least, heeft Jaap Velserboer over het gehele werk nog geweertjes geplaatst. ‘Het gaat hier wel om een ‘battle’, ja’, lijkt hij te zeggen.

Maar de echte strijd die de organisatie aankondigde is uitgebleven.
Hooguit zijn er op het laatst nog wat speelse toevoegingen op andermans werk geplaatst (het één beter gelukt dan het ander), maar het werk van een ander overnemen en naar eigen hand zetten? Nee, een strijd is het niet geworden. Maar dat kon ook moeilijk anders. Daarvoor hadden de kunstenaars met zijn veertienen tegelijk aan de slag gemoeten, met elkaar. Zelfde tijd, zelfde plaats. In plaats van een strijd was het nu meer een gezellige gezamenlijke wandeling. De een loopt  een stuk met de ander op,  een derde haakt daar weer aan waar een vierde even pauze neemt. En we eindigen allemaal in de stad van Tjarko. Daar is het open huis. Alle kunstenaars hebben daar een huisje geclaimd en ingekleurd. Vrede in plaats van strijd. Zoiets.

En is dat jammer? Ja en nee.
Ja: altijd spannend hoe een getalenteerde nieuwe generatie zich meet met een ervaren generatie die haar sporen heeft verdiend.
Nee: want we hebben nu wel een fraai overzicht wat deze veertien kunstenaars ons te bieden hebben.
Een fraai panorama van de stand van zaken van de Beverwijkse schilderkunst anno 2013.

Tot slot. De bedoeling is dat dit werk, dit panorama , in stukken gezaagd gaat worden en ter veiling wordt aangeboden. Je kunt je favoriete stuk afmeten en daar een bod op doen. Leuk idee, maar dood- en doodzonde. Naar mijn mening. Zoals het geheel meer is dan de som der delen is het deel dus minder als het alleen komt te staan. Wel leuk natuurlijk als je een stukje paneel voor een prikkie kan kopen, maar het totaal, het Panorama 2013, is dan verloren gegaan.

Als KeK echt de bedoeling had om een overzicht te bieden van de Beverwijkse kunst anno 2013, dan ligt er voor de kunstenaars van het project 131 centen hier een niet te missen kans. Met het project 131 centen hebben de kunstenaars Mattie van de Worm en Arlette Kaper geprobeerd om kunst in Beverwijk onder de mensen te brengen. Mattie van de Worm liet recentelijk weten nog nog geen idee te hebben waar het project 131 centen uiteindelijk in zou uitmonden. Welk resultaat dat moet opleveren.

Als Mattie van de Worm nu een deel van zijn overgebleven budget reserveert om een bod te doen op het totaalwerk Panorama 13 slaan we meerdere vliegen in één klap. Panorama 13 is een staalkaart van teken- en schilderkunst in Beverwijk, van nieuwe en gevestigde kunstenaars, in dialoog met elkaar. Kunstenaars hebben zich door elkaar laten inspireren. Als we dit Panorama bewaren voor de eeuwigheid hebben we een prachtig overzicht van wat Beverwijks talent vroeg in de 21e eeuw te bieden had. En daar kan je nog lang inspiratie uit putten.

Kom op, Mattie. Tel je centen na en bied genereus op de veiling. Voor het totaal!




Reacties

Populaire posts van deze blog

Een kleine handleiding bij Piet Vos

Donderdagmiddag voor de opening van zijn tentoonstelling ging ik even langs bij het Kennemer Theater en trof daar een onbeschrijfbaar zootje van bouten, tangen, latten, plastic zakken, aarde, staal, draad, plaat, verf, hamers, boormachines, gips en hout. En daartussen Piet Vos. Zoals gewoonlijk tot op het laatste moment bezig met de inrichting van zijn installaties. Zijn wereld, zijn ideeënwereld. Piet Vos. Een ernstig man. Piet is zo gecompliceerd en tegelijkertijd zo eenduidig dat er een verhaal à la Tsjechov voor nodig is om zijn worsteling met de wereld in de juiste proporties te vatten.  Jaren geleden schaakte ik elke woensdagavond na de tekenclub met Piet een potje en liet hem meestal winnen. Daar was hij blij mee. Een schijnbaar intellectueel gevecht met hem voeren over de orde der dingen (het schaakspel), dat doordenken en dan antwoorden op de slimmigheden van de ander, en dat met een stuk of vier, vijf, zes bier in je mik, en dan nog winnen ook. Op de vierkante meter w

Schepper naast God

Het lijkt of je een dependance van het Teylers Museum betreedt. Gedempt licht, vitrines, rariteiten en dode beesten. Aan de grote wand een rek met zakjes met beentjes en botjes, een stofjas die wacht op de biologieleraar. Hij zou elk moment kunnen binnenkomen om te laten zien hoe je de dood prepareert en opzet. Natura Artis Magistra, de natuur is de leraar van kunst en wetenschap. Wat staat ons te wachten? We betreden het practicum als leerlingen, schoorvoetend en in eerbiedige afwachting van wat komen gaat. De kriebels van een eerste schooldag komen weer boven, toen onderwijs nog een eerbiedwaardige en kind onderdrukkende uitstraling had. Alles is nog onbegrijpelijk en je bent in afwachting van het magische moment dat je het begrijpt. (De hele tentoonstelling is eigenlijk een mooie kritiek op het huidige onderwijs: Niks beleven! Afwachten! Niet meteen je mening geven! Jouw mening interesseert me niet! Eerst verbazen! Onbegrijpelijk? Geef het tijd! Kijk! Luister! Voel! En dan

Over een kip en twee fotografen

Ik begin met een anekdote over een kip, en de clou komt later wel, op het eind. Het verhaal van de kip in New York gaat als volgt. Een groep antropologen legde leven en welzijn vast van een papoeastam in primitief Nieuw-Guinea. De primitieven hadden nog nooit kennis gemaakt met de moderne wereld, geen vliegtuig gezien, geen auto, tv, radio, niets van dat al wat ons leven zo superieur maakt. De wetenschappers dachten dat het confronterend zou zijn de primitieven kennis te laten maken met die wereld van wolkenkrabbers, metrolijnen, fastfood en techniek. Er werd een film vertoond over het jachtige leven in New York. Na afloop werd aan de stamleden gevraagd wat ze allemaal gezien hadden. Een kip, was het antwoord. Temidden van al de moderne overvloed was alles wat hen was opgevallen iets wat ze herkenden: een kip. Een fraaie illustratie van hoe ons kijken in elkaar steekt. We zien wat we kennen. Wat we niet kennen, zien we niet.  Op naar de laatste tentoonstelling bij KeK. De dubbeltent