De schrik slaat me om het hart als ik vrijdagavond de
tentoonstellingsruimte binnenloop. Leek woensdag het panorama zich nog tot een
geheel te ontvouwen, nu op deze vrijdagavond heeft bijna elke kunstenaar met
scherp geschoten, maar wel op het eigen paneel. Het lijkt wel of iedereen zijn
handtekening nog wil zetten. Aan het
eigen schilderij wordt hard gewerkt, maar de samenhang lijkt langzaam te
verdwijnen. Er wordt weinig samengewerkt, en nog minder gestreden, wat uiteindelijk
wel de bedoeling was.
Sommige prachtige stukken eerder deze week zijn weg
geschilderd, er is werk overgeschilderd, kleuren zijn verdwenen, op sommige
fronten wordt er teveel doorgewerkt, op andere delen juist te weinig. Als ik een paar rondjes heb gelopen, kan ik
me er weer mee verzoenen, maar ik heb wel het idee dat er wat verloren is
gegaan. De overgang tussen sommige werken is keihard. Bijna eenzelvig werken de
kunstenaars voort op hun eigen vierkante meter, aan hun eigen evangelie. Ze
lijken allemaal hun eigen pad weer te hebben gekozen. Van een strijd is weinig
te merken. Soms is in het werk van de éen een toevoeging van een ander te zien,
maar met een battle heeft dit weinig te maken. Misschien heeft alleen de
vloedgolf die Dirck Nab over het werk van Ernie Gerrits heeft uitgestort nog iets strijdlustigs..
De veertiende kunstenaar heb ik dan nog steeds niet gezien.
Alles is al flink vol geschilderd. Er kan niets meer bij. Wat is de bedoeling
van nummer veertien? Komt hij de laatste dag nog met een verrassing? Met een
guerrilla?
Het lijkt wel of sommigen van de dertien op zijn en
verlangen naar een soort van goedkeuring en verlossend woord. We hebben nog
twee dagen te gaan. Nog twee dagen voor de finale veldslag. Kunstenaars, poets
je penselen! Ten strijde! Je hok uit! Volume maximaal!
Reacties
Een reactie posten