Doorgaan naar hoofdcontent

In de steek gelaten

Poëtisch, was het woord dat bij de opening van de tentoonstelling van Dik Box veelvuldig viel. Wat viel er anders van te zeggen? Daarop de vraag: wat zie jij erin? Ja, wolken. Of een spel met lijnen en licht. Kinetische kunst, mompelde iemand, maar het beweegt niet.Een beetje glazig kijkend en welwillend glimlachend stonden de bezoekers in de tentoonstellingsruimte zich iets van een houding aan te meten bij de vage objecten die daar roerloos in de ruimte hingen. Wat wil die Dik Box hier nou eigenlijk mee, vroeg ik me af. Is het wel poëtisch? Ja, als je daarmee dromerig bedoelt. Maar dat soort poëzie is snel over zijn houdbaarheidsdatum heen. Een keer lezen en klaar. Het idee is prijsgegeven. En Diks objecten lijken hier op de voorjaarstentoonstelling hetzelfde lot toebedeeld.


Er hangt kippengaas dat in ronde vormen is gebogen, rondingen die in elkaar opgaan of uitdijen, zoals wolkenpartijen. Om alles meer effect te geven is het object in een vervreemdend soort blacklight gezet. Tussen de wolken hangen weer andere vormen, aubergine-achtig, hier en daar versierd met kwastjes, alsof we een ouderwetse obscure nachtclub zijn binnengestapt. ‘Hybriden’, noemt Box deze op zijn prijslijst. Later op de website lees ik dat deze sculpturen verwijzen naar de kleinste eencellige organismen die in de microkosmos rondzweven en kruisen met andere eencelligen. Van grote wolkenpartijen naar kleine microscopische wezentjes, beide zwevend in de ruimte, beide vederlicht en onmetelijk. Dat lijkt Box ons te willen zeggen, zoiets pretendeert hij ook op zijn website.
Het is alleen zonde dat alles hier zo roerloos hangt. Eigenlijk het tegenovergestelde van een wolk die constant van vorm verandert en in beweging is. Net als zo’n ‘hybride’. Maar dit hier hangt doodstil.

Dat deze opstelling niet helemaal gelukt is, heeft , vrees ik, toch met de insteek van de kunstenaar te maken. Tijdens de opening vertelde Dik Box dat de tentoonstellingsruimte hem wel wat hoofdbrekens had bezorgd maar dat hij in samenspraak met de inrichters (KeK) toch tot een beveredigend resultaat was gekomen. De onbegrensde ruimte van deze zaal heeft voor iemand met zijn fascinatie voor tegenstellingen (zwaar-licht, onmetelijk groot-klein, zwaartekracht versus energie) een schat aan mogelijkheden, dacht ik. De vraag rees bij mij of de kunstenaar zich wel voldoende had voorbereid op deze tentoonstelling en op deze ruimte. Of gewoon wat dingen uit voorraad had meegenomen.

Als je zijn staat van dienst op zijn website bekijkt zie je objecten die er wezen mogen. Voor zover je dat van een foto kunt beoordelen. Zowel in het groot als in het klein weet Box mooi werk te maken. Het lijkt met zorg doorgewerkt, fraaie tekeningen in de ruimte, zwaarte die de tijdloosheid vormgeeft. Het maakt nieuwsgierig naar het vederlichte waarmee hij deze tentoonstelling zou vormgeven.

Voor mij is het dan ook een raadsel waarom de objecten die hier in Beverwijk tentoongesteld zijn, er zo zielloos en roerloos bij hangen. Alsof ze er niet zijn.

Op zijn site wordt nog gerept van ‘turbulentie’, ‘ongrijpbaarheid’ en ‘werveling’. Ik begrijp wat hij bedoelt. Een prachtig thema dat past bij wolkenkunstenaars en prima past bij de IJmond, met nota bene de grootste wolkenfabriek van de wereld overal op de achtergrond.
Maar van werveling is op deze tentoonstelling geen sprake. Van kracht en turbulentie evenmin. De kunstenaar heeft zijn micro-macrowereld opgehangen in een ruimte die hij niet weet te bespelen.

Verweesd hangt het hier niet-te-zijn. Onaf. Een in de steek gelaten idee.


x

Reacties

  1. Ik ben bang dat ik dat afgetrapte woord 'poëtisch' ook heb gebruikt over dit werk. Terwijl het juist het constructieve van het werk is dat me bevalt. Constructies waarvan soms de schaduw zichtbaarder is dan de constructie zelf. De poëzie zegt het een, de constructie zegt wat anders.
    De galerij verleidt ons de kunstwerken te verdelen over de ruimte. Misschien hebben we niet gezien dat bijvoorbeeld een opeenhoping van de werken een kronkeltocht van de kijker door de werken en die werveling en beweging zou kunnen opleveren. We hebben lang gedubd over de opstelling. Op mijn foto's zie ik wat de tentoonstelling zou kunnen zijn. Ik vind het jammer als niet iedereen die beleving krijgt. Bedankt Jaap en groeten van Jan

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Een kleine handleiding bij Piet Vos

Donderdagmiddag voor de opening van zijn tentoonstelling ging ik even langs bij het Kennemer Theater en trof daar een onbeschrijfbaar zootje van bouten, tangen, latten, plastic zakken, aarde, staal, draad, plaat, verf, hamers, boormachines, gips en hout. En daartussen Piet Vos. Zoals gewoonlijk tot op het laatste moment bezig met de inrichting van zijn installaties. Zijn wereld, zijn ideeënwereld. Piet Vos. Een ernstig man. Piet is zo gecompliceerd en tegelijkertijd zo eenduidig dat er een verhaal à la Tsjechov voor nodig is om zijn worsteling met de wereld in de juiste proporties te vatten.  Jaren geleden schaakte ik elke woensdagavond na de tekenclub met Piet een potje en liet hem meestal winnen. Daar was hij blij mee. Een schijnbaar intellectueel gevecht met hem voeren over de orde der dingen (het schaakspel), dat doordenken en dan antwoorden op de slimmigheden van de ander, en dat met een stuk of vier, vijf, zes bier in je mik, en dan nog winnen ook. Op de vierkante meter w

Nooit meer slapen

Het eerste werk van Nikki Kröder dat ik zag was haar performance ‘Prinses op de Erwt’ tijdens Young Art 2009. Op twintig matrassen in het nachtblauw, verlicht door een schemerlamp, lag daar Nikki Kröder zich onbehaaglijk te voelen vanwege een erwt die haar gevoelige huid ongemak bezorgde. De prinses woelde en draaide en kon geen rust vinden. Kunstwerk en kunstenaar vielen hier samen, niet te overtreffen. 100% Kröder. Mijn tweede kennismaking was de performance Hemelhakken. Op een zonnige zomerochtend in 2011, ’s morgens om half zeven in de duinen van Boreel, tijdens de wandeling Hemel op Aarde, trapten twee freules op hoge rode hakken de hemeldauw weg. Ze paradeerden als jonge veulens door het wilde duin, langs de Beek als Bronroute. Aarde en hemel met elkaar verbindend, zelfbewust en speels, Jong uitgelaten leven. Later zag ik meer performances. De lampenjurken, de ‘dolls’, de Knopera. In de eerste performances was Nikki nog de spil in het spel, later ontpopte ze zich stee

Schepper naast God

Het lijkt of je een dependance van het Teylers Museum betreedt. Gedempt licht, vitrines, rariteiten en dode beesten. Aan de grote wand een rek met zakjes met beentjes en botjes, een stofjas die wacht op de biologieleraar. Hij zou elk moment kunnen binnenkomen om te laten zien hoe je de dood prepareert en opzet. Natura Artis Magistra, de natuur is de leraar van kunst en wetenschap. Wat staat ons te wachten? We betreden het practicum als leerlingen, schoorvoetend en in eerbiedige afwachting van wat komen gaat. De kriebels van een eerste schooldag komen weer boven, toen onderwijs nog een eerbiedwaardige en kind onderdrukkende uitstraling had. Alles is nog onbegrijpelijk en je bent in afwachting van het magische moment dat je het begrijpt. (De hele tentoonstelling is eigenlijk een mooie kritiek op het huidige onderwijs: Niks beleven! Afwachten! Niet meteen je mening geven! Jouw mening interesseert me niet! Eerst verbazen! Onbegrijpelijk? Geef het tijd! Kijk! Luister! Voel! En dan