Doorgaan naar hoofdcontent

Aards, nergens frivool.


Het werk van Marije Gertenbach moet je in je eentje bekijken en het liefst ’s morgens vroeg. In alle stilte. Zonder geluid en zonder afleiding. Haar werk is sober en zonder enige opsmuk. Het staat daar niet om te behagen, het staat daar omdat het er is.




                 
Het vraagt om stilte.  Het sluit geluiden buiten, het filtert licht, het dempt je zintuigen en zet je hoofd open.

Je kijkt niet naar een werk, je stapt een wereld binnen. De doeken reiken tot aan het plafond en de vloer maakt wezenlijk onderdeel uit van het werk. Toen ik dit werk zag, kreeg ik de associatie met de stilte die je ervaart als je ongedwongen op een vakantiedag in een pittoresk dorpje het plaatselijke kapelletje binnenstapt en daar overvallen wordt  door de afbeeldingen aan de muur van de verhalen van heiligen uit het oude en nieuwe testament.



                                                                       

Verhalen die deel uitmaken van een collectief besef van goed en kwaad, trouw, verraad, wonderen en zonden, liefde en lijden, smart en verlossing. Sommigen verhalen in die kapel kan je nog thuis brengen (Judas kust Jezus, Petrus verloochent Christus), van andere afbeeldingen ben je het verhaal kwijt maar herken je wel het thema: verraad, verlossing, vreugde. Van die bleke muurschilderingen, nauwelijks herkenbaar nog.






Iets soortgelijks heb ik met het werk van Marije Gertenbach en dat is wat me nu al meer dan een week fascineert (sinds de opening van de expositie). Ze schildert – naar eigen zeggen – verhalen uit haar familiegeschiedenis. Verhalen, die daar al jaren rondwaren, en die ze teruggebracht heeft tot schematische beelden in afgepaste ruimtes. Met eerbied voor en gefascineerd door haar voorouders en voor de geschiedenis waar ze in groot gebracht is, heeft Marije Gertenbach deze verhalen tot een geheel gesmeed en ons uitgenodigd om er kennis van te nemen. En zoals in de verhalen van iedere familie herken je je eigen geschiedenis en afkomst in de verhalen van anderen. En dat treft doel.

De figuren op de panelen zijn dan ook niet herkenbaar. Ze maken deel uit van een universele vertelling. Deze familieverhalen worden de verhalen van elke familie en vertellen de oeroude thema’s van verdriet en liefde, verraad en verlossing, vervulling en eenzaamheid. Het kleurgebruik is aards, nergens frivool. Ingehouden, bijna weggewassen, zoals een herinnering langzaam kan vervagen en stollen. Daar doet het aan denken.

Vergelijk het met de dromen die bij je langskomen, vlak voor je wakker wordt, in het uur van de wolf, tegen het ochtendkrieken, wanneer demonen uit heden, verleden en toekomst in je halfslaap voorbij trekken. Wie kan die dromen duiden bij het wakker worden? Aan zulke beelden doet me het werk nog het meest denken. Ongevraagd en onontkoombaar. Rücksichtslos.

Marije Gertenbach weet wat ze wil. In haar vertellingen schroomt ze niet om strenge lijnen te trekken en ruimte te creëren met grote vlakken in aardse kleuren. De doeken (grof jute op tengels gespijkerd) zijn van plafond tot de vloer beschilderd. Over de helft van de tentoonstellingsruimte is de voorstelling opengeklapt. Zelfs de vloer maakt deel uit van het geheel (om één ruimte te scheppen heeft ze de  opdringerige rode vloerbedekking bedekt met grauw isolatiemateriaal met het effect dat de vloer waar je op staat één geheel is met het werk waar je naar kijkt). 

Behalve streng is Marije Gertenbach in haar werk tegelijkertijd ook verrassend licht. De figuren zweven door de ruimtes (geen schaduw te bekennen) en verrichten wat houterige, betekenisvolle handelingen. Als uit een familieverhaal  het personage (de oma) niet rijmt met de afbeelding, schroomt ze niet om er met lichte hand twee figuren voor in de plaats te stellen. ‘Compositorisch is het zo beter’.

Marije Gertenbach verliest zich niet in details, niet in herkenbaarheid, niet in mooimakerij, maar het verhaal wordt tot zijn essentie herleid. Het is een familieverhaal, maar tegelijkertijd ook universeel geldig. Herkenbaar voor alle mensen.

Dit is een tentoonstelling die je niet mag missen.

Reacties

  1. Jaap, wat een schitterend proza over het werk van mijn dochter! En een treffende beschrijving wat mij betreft.
    Haar vader.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Een kleine handleiding bij Piet Vos

Donderdagmiddag voor de opening van zijn tentoonstelling ging ik even langs bij het Kennemer Theater en trof daar een onbeschrijfbaar zootje van bouten, tangen, latten, plastic zakken, aarde, staal, draad, plaat, verf, hamers, boormachines, gips en hout. En daartussen Piet Vos. Zoals gewoonlijk tot op het laatste moment bezig met de inrichting van zijn installaties. Zijn wereld, zijn ideeënwereld. Piet Vos. Een ernstig man. Piet is zo gecompliceerd en tegelijkertijd zo eenduidig dat er een verhaal à la Tsjechov voor nodig is om zijn worsteling met de wereld in de juiste proporties te vatten.  Jaren geleden schaakte ik elke woensdagavond na de tekenclub met Piet een potje en liet hem meestal winnen. Daar was hij blij mee. Een schijnbaar intellectueel gevecht met hem voeren over de orde der dingen (het schaakspel), dat doordenken en dan antwoorden op de slimmigheden van de ander, en dat met een stuk of vier, vijf, zes bier in je mik, en dan nog winnen ook. Op de vierkante meter w

Nooit meer slapen

Het eerste werk van Nikki Kröder dat ik zag was haar performance ‘Prinses op de Erwt’ tijdens Young Art 2009. Op twintig matrassen in het nachtblauw, verlicht door een schemerlamp, lag daar Nikki Kröder zich onbehaaglijk te voelen vanwege een erwt die haar gevoelige huid ongemak bezorgde. De prinses woelde en draaide en kon geen rust vinden. Kunstwerk en kunstenaar vielen hier samen, niet te overtreffen. 100% Kröder. Mijn tweede kennismaking was de performance Hemelhakken. Op een zonnige zomerochtend in 2011, ’s morgens om half zeven in de duinen van Boreel, tijdens de wandeling Hemel op Aarde, trapten twee freules op hoge rode hakken de hemeldauw weg. Ze paradeerden als jonge veulens door het wilde duin, langs de Beek als Bronroute. Aarde en hemel met elkaar verbindend, zelfbewust en speels, Jong uitgelaten leven. Later zag ik meer performances. De lampenjurken, de ‘dolls’, de Knopera. In de eerste performances was Nikki nog de spil in het spel, later ontpopte ze zich stee

Schepper naast God

Het lijkt of je een dependance van het Teylers Museum betreedt. Gedempt licht, vitrines, rariteiten en dode beesten. Aan de grote wand een rek met zakjes met beentjes en botjes, een stofjas die wacht op de biologieleraar. Hij zou elk moment kunnen binnenkomen om te laten zien hoe je de dood prepareert en opzet. Natura Artis Magistra, de natuur is de leraar van kunst en wetenschap. Wat staat ons te wachten? We betreden het practicum als leerlingen, schoorvoetend en in eerbiedige afwachting van wat komen gaat. De kriebels van een eerste schooldag komen weer boven, toen onderwijs nog een eerbiedwaardige en kind onderdrukkende uitstraling had. Alles is nog onbegrijpelijk en je bent in afwachting van het magische moment dat je het begrijpt. (De hele tentoonstelling is eigenlijk een mooie kritiek op het huidige onderwijs: Niks beleven! Afwachten! Niet meteen je mening geven! Jouw mening interesseert me niet! Eerst verbazen! Onbegrijpelijk? Geef het tijd! Kijk! Luister! Voel! En dan