Gisteren haalde ik bij de bibliotheek een boek met de
intrigerende titel ‘Hoe een wereldberoemd tekenaar te worden’. Aan de hand van
voorbeelden van wereldberoemde kunstenaars zoomt de auteur in op de technieken
die de beroemden gebruiken en geeft vervolgens tips om dat zelf ook uit te
proberen. Achterliggende gedachte is natuurlijk dat iedereen kunstenaar kan
worden. Met de juiste technieken en stijlen en wat doorzettingsvermogen kom je
een heel eind. Alleen nog even een onderwerp verzinnen. Tja.
Ik moest hieraan denken toen ik een rondje liep langs de
laatste tentoonstelling bij KEK. Barbara van Marle, zij is de kunstenaar van
dienst deze maand, baseert haar kunstwerken op foto’s uit haar jeugd. De
foto’s, een willekeurige greep uit het familiefoto-album, zijn de
aanleiding voor een veelheid aan leuke herkenbare
schilderijen over van vroeger. Ontroerend, denk je in eerste instantie, en in
je hersenen gaat meteen het luik open
van gekleurde herinneringen, zoete gevoelens, zonovergoten tijden toen alles
nog veilig, vertrouwd en beschermd was, pure nostalgie. Antiserum tegen onze
snel veranderende, beetje brute, onveilige, razend beweeglijke nieuwe tijd.
Dat doet Van Marle mooi en overweldigend. Verstikkend bijna
zou ik zeggen. Toen ik de trappen opliep van de tentoonstellingsruimte werd ik
overdonderd door een beeldenstorm uit het verleden, waar de 141 atelierfoto’s
van de vorige exposant Hans de Bruin niet tegenop konden. Zoveel herinnering,
zo groot van formaat ook, zo hetzelfde diffuus en schemerig, er was geen helder
licht te bekennen, geen duidelijk beeld, geen gevormde gedachte ook.
Die intentie was er wel: het roept herinnering op aan wie je
was in een wereld waar alles op zijn plaats stond, in een soft-focus versie van
het bestaan. Als iets niet mooi was, poets je het gewoon weg. Zoals op de
foto-schilderijen van Barbara van Marle gebeurt. Lelijk bestaat niet. Vroeger
is goed. Vind me mooi!, roepen de plaatjes je toe.
www.artzaanstad.nl/ |
Het zijn taferelen om te behagen. Van het oorspronkelijke
beeld zijn de scherpe kantjes verdoezeld, verromantiseerd. Alles is perfect
uitgevoerd in eigentijdse kleurstelling: grijsgroene tinten, vaag witte korrelige achtergrond, vage afbeeldingen. Een goede beheersing van de
techniek (oude foto’s bewerkt, opnieuw gefotografeerd, uitvergroot en daarna
weer perfect afgedrukt) zorgt voor de rest. Met de techniek zit het wel snor.
Maar waar kijken we eigenlijk naar?
Je kan en mag als kijker zelf uitmaken wat je erin ziet. Op
de site noemt Barbara van Marle haar werk ‘transgenerale transmissies, ofwel
het onbewust overdragen van ervaringen van familieleden voor ons’. Als je zo je
werk moet legitimeren, weet je naar mijn idee niet goed waarom je schildert. Ze
heeft er dan wel plezier in mooie plaatjes te maken, en dat perfect uit te
voeren maar
als je je baseert op bestaande plaatjes (oude foto’s) dan
leen je de ogen van een ander. Dan kun je je verder uitsluitend wijden aan de
uitvoering, zoals dat boek over wereldberoemde tekenaars al aanbeveelt. In die
zin is de tentoonstelling van Barbara van Marle geslaagd. Goed verzorgd. Maar
ja, elke spanning, dynamiek, energie ontbreekt in deze zoete gestolde wereld.
Het verveelt op den duur. En daar helpt geen ‘transgenerale transmissie’ aan.
Reacties
Een reactie posten