Doorgaan naar hoofdcontent

De hartslag van een landschap


(De beat van Terziet)
Je ontkomt er niet aan: als je naar de schilder Frank Kraaijeveld kijkt, hoor je de muzikant Frank Kraaijeveld. Muziek en persoon zijn onlosmakelijk verbonden. De schilder is de popmuzikant. En Frank zal zelf de laatste zijn om dat tegen te gaan.


Maar goed. Wat zien we op de expositie? Een enorme schildering, 27 panelen, die bijna de hele tentoonstellingsruimte van KeK beslaat. Daarop een landschap in een stripachtige weergave, zwartwit, met alleen in het begin wat onduidelijk gekrabbel en op het eind een auto, met ernaast een persoon. Daartussen een landschap, in korte krachtige lijnen neergezet, hoekige lijnen, ritmische streepjes, golvende vlakken in grijze en zwarte tinten. Je herkent de lijnvoering van Keith Haring en de invloed van Gerrit Benner. Althans, zo liet de uitvoerend kunstenaar weten. Panorama Terziet heet het.
We gaan even terug naar de ontstaansgeschiedenis. Het is begin jaren zeventig. Je bent jong en je wil wat, dus je pakt de kaart van Nederland, zoekt het meest zuidelijke puntje van Nederland op, stapt in de auto met wat vrienden, rijdt driehonderd kilometer en kijkt vanaf de boerderij in Terziet over de heuvels naar de grens met Belgie. Die grens zie je natuurlijk niet dus je maakt een foto van waar de grens moet zijn. Je zwager weet het beter en maakt een fotoserie rondom (zoals hip was in die tijd), zodat niet alleen Belgie maar alles rondom is vastgelegd. Panorama heet dat, uitkijk op alles, en daar gaat het toch om als je jong bent en wat wilt: alles.
Op de laatste foto staat de auto die je zover gebracht heeft en een afbeelding van toen je jong was en van alles wilde.
Dan, bijna vijftig jaar later, maak je de cirkel rond. Zoals een panorama in zijn eigen staart bijt, breng je de tijd terug naar waar het begon: een remake van die tijd in deze tijd. Je schildert de serie foto’s na. Levensgroot, doodstil. Zo was het begin. Als schilder, als vader, als muzikant, als Frank Kraaijeveld.



Onderdeel van de opening was de korte set die Frank Kraaijeveld speelde met Marco Nicolai. Terwijl ik al die ouwe trouwe fans hun grijze hoofden zag meebewegen, met een been nog in vroeger ruiger tijden en het andere in de reüniestand, dwaalde mijn blik langs het panorama. Zoals zijn basgitaar de hartslag vormt van zijn muziek, zo is de penseelvoering de stuwende beweging op het panorama.
De wereld rond Terziet krijgt zijn vorm in kleine korte felle streepjes, dikke korte lijnen op een witte ondergrond. De grondtoon wordt gezet. Grijze vlakken en vormen worden wit overgewerkt, en langere streken en donkere vlakken nemen de melodie/het landschap over. Zo tot het eind, met herhaling van patronen, donkerder vormen tot op het eind alles samenkomt. We zien de auto en de chauffeur die ons heeft gebracht naar de eindbestemming. Rijden naar Terziet. Je kent het niet tot je het ziet. Of hoort. Voila.
 
Is het mooi? Dat moet iedereen zelf weten natuurlijk. Het doet wel wat met je, maar uiteindelijk speelt het zich allemaal af in je eigen hoofd. De schilder-muzikant legt de lijnen en het publiek kan er verder mee doen wat het wil: mee die weg op of afhaken. Je hoort de hartslag van het landschap, je ziet de beat van Terziet.

Nog even over de werkwijze. Dit panorama opzetten en uitwerken was natuurlijk een fiks karwei. Frank is zuinig, zuinig op zichzelf. Volgens welingelichte kringen ziet hij er weliswaar uit als een rocker, maar leeft hij het leven van een kloosterling. Vroeg op, geen drank, geen drugs, sober leven. Wat daarvan waar is, laten we in het midden, maar voor de beeldvorming is het wel mooi natuurlijk. En daar gaat het in 2017 toch om. Die kunst beheerst hij als geen ander. En dat laat hij ons ook met dit panorama weer zien.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Een kleine handleiding bij Piet Vos

Donderdagmiddag voor de opening van zijn tentoonstelling ging ik even langs bij het Kennemer Theater en trof daar een onbeschrijfbaar zootje van bouten, tangen, latten, plastic zakken, aarde, staal, draad, plaat, verf, hamers, boormachines, gips en hout. En daartussen Piet Vos. Zoals gewoonlijk tot op het laatste moment bezig met de inrichting van zijn installaties. Zijn wereld, zijn ideeënwereld. Piet Vos. Een ernstig man. Piet is zo gecompliceerd en tegelijkertijd zo eenduidig dat er een verhaal à la Tsjechov voor nodig is om zijn worsteling met de wereld in de juiste proporties te vatten.  Jaren geleden schaakte ik elke woensdagavond na de tekenclub met Piet een potje en liet hem meestal winnen. Daar was hij blij mee. Een schijnbaar intellectueel gevecht met hem voeren over de orde der dingen (het schaakspel), dat doordenken en dan antwoorden op de slimmigheden van de ander, en dat met een stuk of vier, vijf, zes bier in je mik, en dan nog winnen ook. Op de vierkante meter w

Schepper naast God

Het lijkt of je een dependance van het Teylers Museum betreedt. Gedempt licht, vitrines, rariteiten en dode beesten. Aan de grote wand een rek met zakjes met beentjes en botjes, een stofjas die wacht op de biologieleraar. Hij zou elk moment kunnen binnenkomen om te laten zien hoe je de dood prepareert en opzet. Natura Artis Magistra, de natuur is de leraar van kunst en wetenschap. Wat staat ons te wachten? We betreden het practicum als leerlingen, schoorvoetend en in eerbiedige afwachting van wat komen gaat. De kriebels van een eerste schooldag komen weer boven, toen onderwijs nog een eerbiedwaardige en kind onderdrukkende uitstraling had. Alles is nog onbegrijpelijk en je bent in afwachting van het magische moment dat je het begrijpt. (De hele tentoonstelling is eigenlijk een mooie kritiek op het huidige onderwijs: Niks beleven! Afwachten! Niet meteen je mening geven! Jouw mening interesseert me niet! Eerst verbazen! Onbegrijpelijk? Geef het tijd! Kijk! Luister! Voel! En dan

Over een kip en twee fotografen

Ik begin met een anekdote over een kip, en de clou komt later wel, op het eind. Het verhaal van de kip in New York gaat als volgt. Een groep antropologen legde leven en welzijn vast van een papoeastam in primitief Nieuw-Guinea. De primitieven hadden nog nooit kennis gemaakt met de moderne wereld, geen vliegtuig gezien, geen auto, tv, radio, niets van dat al wat ons leven zo superieur maakt. De wetenschappers dachten dat het confronterend zou zijn de primitieven kennis te laten maken met die wereld van wolkenkrabbers, metrolijnen, fastfood en techniek. Er werd een film vertoond over het jachtige leven in New York. Na afloop werd aan de stamleden gevraagd wat ze allemaal gezien hadden. Een kip, was het antwoord. Temidden van al de moderne overvloed was alles wat hen was opgevallen iets wat ze herkenden: een kip. Een fraaie illustratie van hoe ons kijken in elkaar steekt. We zien wat we kennen. Wat we niet kennen, zien we niet.  Op naar de laatste tentoonstelling bij KeK. De dubbeltent