Voor
kinderboerderij De Baak staan twee rammen met de koppen bars tegenover elkaar,
de hoorns op enkele centimeters van elkaar. Het gevecht kan beginnen.
Tegelijkertijd zijn de beesten zo zacht en aaibaar dat je er vanzelf je handen
over laat glijden als je er langsloopt. Een opmerkelijk beeld dat zo makkelijk
aanraakbaar is en waar zo’n ontspannen spanning vanuit gaat dat iedereen die
weleens bij de kinderboerderij is geweest, het ook kent en niet meer vergeet.
Het verenigt ook nogal wat tegenstellingen in zich: hard en zacht, ruw en glad,
beschermend en bedreigend, zacht en krachtig, gesloten en toegankelijk.
Verborgen krachten ook. Illustratief voor het werk van Sjanneke van Herpen.
De
tentoonstelling van haar werk bij Kek – tot en met 5 oktober te zien – geeft
een goed overzicht van haar werk en haar drijfveren. Niet dat alles keurig zo
geordend is, alles staat lekker door elkaar.
Het
alledaagse
De
expositie begint met foto’s van alledaagse onderwerpen. Van die dingen die
ieder mens elke dag tientallen keren ziet, en waar je achteloos aan voorbij
gaat. Een stuk straat, boodschappen op het aanrecht, verse vis, stapeltje
kleding, rommel op de stoep. Gewoner dan gewoon. Voor Sjanneke van Herpen lijkt
dit alledaagse juist de drijfveer om verder te kijken. Wat is de ziel van het
gewone, de kern van het alledaagse? De foto’s werken als een soort schetsboek.
Ze blijken voor haar de aanleiding en de inspiratiebron om aan een
beeldhouwwerk te beginnen.
Neem
bijvoorbeeld dat pakketje dat bij nader beschouwing een stapeltje shirts
verbeeldt. Hoe vaak scheert je oog niet achteloos en betekenisloos langs de
kledingkast. Totdat je in dat levenloze textiel het omhulsel van je levende
geliefde ontwaart. En dat je dat dan voor de eeuwigheid vastlegt in steen. Dat
je je als een mijnwerker door de hardheid van het materiaal heen tikt naar de
kern. Ergens ligt verscholen wat je eruit moet hakken. Noem het de ziel. Hoe
diep kan je gaan in je liefde? Op de tentoonstelling zien we daar meer
voorbeelden van. Tik tik tik. Sjanneke als golddigger.
Of
neem die roerloze vissen in de gootsteen. Twee keer gestorven: eerst als vis,
dan in steen als uitgehakte voorstelling. Tot in eeuwigheid bevroren en gevangen
in dat moment. Rare paradox eigenlijk: een beweging of een ijle gedachte in
steen gevat en zo voor eeuwig vastgehouden.
Het
ambachtelijke
Maar
het werk gaat verder dan dat Zen-gedoe. Ze is ook ambachtsvrouw. Haar basis
ligt in de zoektocht naar materialen: steen, hout en glas. Door twee materialen te combineren ontstaat er een
spanning. Het een is breekbaar, het ander keihard, het een doorzichtig en het
ander massief. Zacht, hard. Licht, donker. Ga nog maar even door. Maar door die
combinaties ontstaan er spannende bouwwerken. Zij weet in haar werk die twee
werelden te verenigen. Je wordt uitgenodigd om het bouwwerkje in te dalen (even
door de knieën zakken) en licht te vangen in de duisternis.
Het
verhalende
Dan is
er naast dat oog voor het alledaagse en naast het ambachtelijke nog een derde
invalshoek: de verhalenverteller. In haar werken geeft Sjanneke van Herpen
graag een romantisch, intrigerend verhaal mee. Ook hier weer die tegenstellingen van netjes afgewerkt en schurend ongemakkelijk ruwe oppervlaktes. We zien
beelden, kijkdozen bijna, van kronkelende boomstammen, een half geopende deur
met daarachter een trap en als je goed kijkt een piepklein vogeltje
(nachtegaal?) die daar in alle duisternis het hoogste lied zingt. Voor wie?
Mooi zonder woorden.
Het
onderzoekende
En tot
slot is er dan nog de onderzoeker, de ontdekkingsreiziger, de grenzeloze. Niet
alleen de diepte in, maar breed uit, de hele wereld over. Zoals ze een
fascinatie heeft voor het gewone en
dichtbije, zo ver reikt ook haar nieuwsgierigheid naar het verre, het land achter
de horizon. Op de tentoonstelling zien we daar een deel van: het verslag van
haar reis naar Zuid-Afrika. Vanuit Wijk aan Zee een strakke lijn getrokken naar
het Zuiden, Stanford, Zuid-Afrika. Over een hele wand doet ze verslag van haar
reis. De reis naar Zuid-Afrika is al een kunstwerk op zich: het verslag is
boeiend, het resultaat fascinerend en het idee dat er een mammoet van steen het
eindpunt van de lijn Wijk aan Zee - Stanford tot in de eeuwigheid markeert is
een prestatie. Met aan de andere kant van de lijn de schepper van dat fraais.
Dat is
nog eens een drive. Als je maar diep genoeg graaft kom je aan de andere kant
van de wereld. Volhouden jongen.
Dwars door alles heen
In al
die rollen (wandelaar, ambachtsvrouw, verteller, onderzoeker, reiziger) lijkt
de kunstenaar in Sjanneke de verbindende factor. Altijd op zoek naar de
verborgen krachten, dwars door de tijd heen, dwars door het materiaal heen.
Kijken, werken, vertellen, onderzoeken en hakken, slijpen, poetsen, schuren,
tot de kern is blootgelegd.
Ja en
dat kan lang duren. Soms ligt-ie voor het oprapen en hoef je het alleen maar
zien. Soms moet je er voor naar de andere kant van de wereld, en moet je een
mammoet bouwen die op een lijn ligt met je geboortegrond, met je huis. Dat moet
je allemaal maar willen zien en ervoor leven.
Ik heb
het vaker beweerd op deze plaats, kunst en religie hebben alles met elkaar te
maken. Contemplatie, gebed, concentratie, meditatie, noem het zoals je wilt:
werkelijkheid en waarheid een pootje lichten. Het verborgene eruit halen. Zoals
Sjanneke uit snaren een melodie kan wekken, zo haalt ze uit steen het mystieke,
het verborgene naar boven. Dat lukt de ene keer beter dan de andere keer. Het
ene werk is toegankelijker dan het andere, fraaier afgewerkt, of dieper
doordacht, of vrolijker vrijgelaten. De drijfveer waarmee ze haar beelden aan
de openbaarheid prijsgeeft verdient bewondering.
Ten
slotte iets heel anders: De verrassingstentoonstelling van Kek zou wat mij
betreft weleens mogen gaan om van de generatie ‘jonge’ IJmondse kunstenaars een
overzicht neer te zetten. Lijkt me echt de moeite waard om een trots overzicht
te maken van Daphne, Evelien, Marije, Susan, Sjanneke, Nikki. Veel vrouwen
trouwens. Hup, Arno, Tjarko ook. Allemaal de moeite waard. En een leven nog voor zich.
Reacties
Een reactie posten