Een stad toont leven, is dynamisch, enerverend, spannend, meeslepend of
een oord van ellende. Dat laatste kan ook. Maar al eeuwen lang is de stad onderwerp
of decor van tientallen schilderijen,
films, liedjes, verhalen, romans, installaties, beelden. Filmers, componisten,
fotografen, beeldende kunstenaars, schrijvers brengen met overgave een ode aan
de stad of het stadsleven. De stad is dan
ook bij uitstek de plaats waar je je als dolend mens in kunt verliezen of waar
je je mee kunt identificeren. Een goudmijn voor de kunstenaar, zou ik zeggen.
Tot op de dag van vandaag. (Op dit ogenblik lijkt er zelfs sprake van een
kleine hype rond het thema ‘stad in de kunst’, als ik de veelheid aan
exposities en publicaties mag geloven. [1]
)
Alle grote steden zijn in een bepaalde tijd wel een keer in de mode
geweest. Het stadsleven boeit kunstenaars al eeuwenlang en heeft geleid tot een veelheid aan
kunstuitingen: de romantische stad, de bruisende stad, de revolutionaire stad.
Maar ook de stad als decor van de opstand, de armoe, de opbouw, de
bedrijvigheid. Om even een paar namen te noemen om wat plaatjes op het netvlies
te krijgen: de laatste films van Woody Allen, de schilderijen van Breitner,
Piet Mondriaan, Breughel, Constant, Francois Alys, de films van Hitchcock, Eric
Rohmer en Fassbinder. Generaties en disciplines overstijgend. Bonkig,
sprankelend, vitaal, somber, verlaten, romantisch: evenveel ideeën over steden
als er mensen zijn.
Als de kunstenaar zich daar thuis voelt - in het mondaine Parijs, het
bruisende Berlijn, het exploderende New York, het oude Rome - ontleent hij zijn identiteit aan de stad.
Zelfs in een vlek als Beverwijk identificeren de mensen zich nog met ontstaan
en bouw van hun woonplaats en
verheerlijken hun eigen stad als ‘je moet door de buitenkant heenkijken, maar
dan is-ie mooi’. Identificatie met je
onderwerp, maar ook met het eigen ik. De stad als verlengstuk van jezelf. Om
jezelf grondig te bepalen of om op
onderzoek te gaan.
Zo ook Marissa Evers, de exposante deze decembermaand in het Centrum
voor Kunsten.
Om met de deur in huis te vallen, deze expositie vind ik tamelijk
onbevredigend. Er zitten een paar aardige ideeën achter, en er worden een paar
leuke kunstgrepen uitgehaald met ruimtelijkheid en tijdloosheid, maar al met al
maakt de tentoonstelling op mij een rommelige, onaffe indruk. Voor de neutrale
toeschouwer hinkt deze opstelling op twee gedachten. We zien én een aantal
tekeningen (7) én we zien de bouwstenen (mdf-maquettes, foto’s, teksten) die tot
het eindresultaat hebben geleid. Het werk en het proces.
Eerst maar eens een beschrijving. Zeven uitgewerkte tekeningen van
steden worden tentoongesteld. Stukjes Haarlem zien we, stukjes Antwerpen en
Amerikaanse metropolen. De tekeningen suggereren een drukte en dynamiek doordat
delen van gebouwen en straten meerdere keren op en over elkaar zijn getekend,
met hard en zacht potlood. De plekken die we zien verwijzen naar
‘gebeurtenissen of personen uit het verleden’, vertelt een begeleidende tekst.
Maar het valt niet mee die persoon of gebeurtenis ergens in de tekeningen te
ontwaren. Maar goed, zoiets kan in de kunst. Even goed verder kijken, denk je
dan.
Wel zijn verschillende details meerdere malen afgebeeld, groot, klein,
dik, dun, alsof er daar een verwijzing naar iets van vroeger in ligt, tenminste als we de mysterieuze titels
van de afbeeldingen mogen geloven. Elke plek heeft zijn verborgen verleden.
Zoiets lijkt het dan te zijn.
Een tweede effect dat Marissa
Evers met de zeven tekeningen beoogt is de schakeling van een tweedimensionale
tekening naar een driedimensionale ruimte. De tekeningen zijn niet klassiek
plat weergegeven, maar gespannen over
een mdf-constructie om een driedimensionale ruimte te suggereren. Deze
mdf-platen zijn overigens ook weer apart tentoongesteld (zonder tekening)en bestrijken daarmee de
helft van de expositie. Het idee hierachter ontgaat me. Het geeft wat mij
betreft aan de expositie een onsamenhangend karakter.
Even verderop in de vitrines zien we dan ook nog dat de mdf-platen weer in elkaar gezet zijn aan
de hand van foto’s uit films waar ruimte een belangrijke rol speelt. Veelal lege gebouwen, kamers, lokalen, grote
ruimtes , die in hun leegheid wachten op
spanning. Denk aan Hitchcock, denk aan Hopper. Dat soort decor. Van zo’n foto
uit de film (spannende ruimte!) is
dus een mal geconstrueerd (van mdf),
daarover heen is schetspapier gespannen, en op dat papier tekent Marissa Evers
dan aan de hand van foto’s een stad in vogelvlucht. Niet één keer, maar
repeterend, klein, groot, met dikke lijn, dunne lijn. Niet op plat vlak, maar
in een ruimte zelf die weer ontleend is aan andere ruimtes. En daar blijft het
bij. Ze suggereert wel diepte en ruimtelijkheid, maar krijgt ze niet te pakken. Hier niet, niet op
deze zeven tekeningen eigenlijk. Opvallend is dat licht en schaduw ontbreken op de
uiteindelijke tekeningen, en daardoor verschraalt de uitwerking. Het idee is
aardig, de beeldende uitwerking vind ik vlak.
Er is wel duidelijk sprake van een fascinatie met de dynamiek van de
stad, met de duistere en drukke kant van de stad, met onderlagen en
angstaanjagende vervreemding. Maar het blijft steken in ideeën, alsof we het
proces waarin de kunstenaar verkeert volgen, maar niet de voltooiing. Je moet
als neutrale bezoeker teveel moeite doen
om alle touwtjes aan elkaar te knopen.
En daar wringt ook de schoen, wat mij betreft. De tentoonstelling hinkt
op twee gedachten. De zoektocht naar de verborgen krachten voor de stad in tijd
en ruimte in zeven tekeningen. De andere
helft van de expositie is een kijkje in de werkplaats van Marissa Evers.
Alsof ze niet genoeg werk heeft te laten zien en met de bouwstenen (de platen,
de foto’s, de boekjes) het geheel moet vullen.
Dat geeft een onbevredigend gevoel.
Ik ben benieuwd naar werk waar alle elementen wel samenkomen, zonder
kunstgrepen. Jammer.
[1] In Arnhem MMKA is op dit moment de tentoonstelling ‘De Melancholieke Metropool. Stadsbeelden tussen magie en realisme 1920-1950’. Aflevering 6 2013 van Kunstschrift is geheel gewijd aan de stad:’De Stad als Kunstwerk’. En als we toch aan het verwijzen zijn: google eens bij hedendaagse schilders en tekenaars Tjebbe Beekman, Rik Smits en Tjarko van der Pol.
Reacties
Een reactie posten