Ik heb deze week lang lopen suffen waarom de
prenten van Thé Tjong Khing toch zo’n ongelooflijke aantrekkingskracht op me
hebben. Vroeger al, ik was een jaar of zeventien, viel ik als een blok voor de
strip die toen dagelijks in de regionale
krant verscheen: Arman en Ilva. Zo anders dan alle belegen strips uit die tijd.
De helden van het verhaal waren fris, helder, jong, sexy. En de tekenstijl was
ook helemaal jaren zestig. Arman en Ilva ademden de geest van de tijd. Vanaf dat moment was hij voor mij een van de
besten. En dat bleef zo.
Na Arman en Ilva bleef ik hem volgen. De
strips werden bijzaak, Thé Tjong Khing ontwikkelde zich tot, in mijn ogen, de
beste illustrator die we kennen. Thé Tjong Khing heeft, lijkt wel, alles geïllustreerd wat er
te illustreren valt: kinderversjes, peuterversjes, tientallen sprookjes,
mythen, sagen, Bijbelverhalen, verhalen zonder woorden, verhalen met zorgvuldig
gekozen woorden, verhalen voor de allerkleinsten, verhalen voor grote mensen.
Waarom is Thé Tjong Khing de absolute
grootmeester van de Nederlandse illustratoren. (En waarom heeft hij de Max
Velthuijs voor zijn gehele oeuvre gekregen en Max Velthuijs niet de Thé Tjong
Khing prijs voor zijn gehele oeuvre?)
De sleutel ligt bij de film, denk ik. Ik las
dat Thé Tjong Khing een fervent filmliefhebber is en dat valt uit alles op te
maken. Zijn camerastandpunt (het oog waardoor hij ons laat meekijken het
verhaal in) is zo precies en zuiver opgesteld, met de juiste details, het
juiste perspectief, standpunt, afgekaderd, kleurstelling, licht, donker,
suspense, spanning: alles secuur vastgezet en vastgelegd. Dan is het beeld
klaar en gaat je verbeelding aan het werk. Alsof Hitchcock je een verhaal
binnenleidt. Zo spannend, je kan er met je ogen niet van afblijven.
Weleens met een kleintje van vijf een prentenboek van Thé
Tjong Khing gelezen? Er valt zoveel te ontdekken. Neem ze mee de tekening
in, wijs ze op details, laat ze zelf
wijzen. Een wereld gaat open. Ze worden in het verhaal gezogen en de tekeningen doen hun werk. Enge
bossen, schurken, boze stiefmoeders, onheilspellende wolken, mooie prinsessen,
lekker eten en drinken, verre verten. De kinderen gaan naast je op de bank op
reis. En de reis die ze maken is spannend en veilig tegelijkertijd. Daar kan
geen pretpark tegenop.
Als volwassenen word je door zijn tekeningen
weer in ene teruggeworpen in je kindertijd, in de onbevangen tijd van spanning
voor de wereld die je buiten te wachten stond. Tenminste, zo werkt dat bij mij.
Op de tentoonstelling kan je zien dat een
prent niet in een keer ontstaat, ook al lijkt alles eenvoudig in enkele lijnen
op papier gezet. Net als bij een filmer. Je ziet dat hij eerst in schetsen naar de juiste compositie en
vlakverdeling zoekt. Met kleuren en diepte wordt spanning in de prenten
gebracht. Het standpunt van waaruit we het tafereel bekijken wordt ook grondig
afgewogen: kijken we vanonder of van boven, hebben we een totaaloverzicht of
kijken we mee in de richting van de verteller? Al dat soort vragen heeft de
tekenaar zich te stellen voordat een prent klaar is voor het uiteindelijke
boek. In die zin is deze tentoonstelling voor iedere potentiële illustrator
verplichte kost.
Een hele generatie, meer dan een generatie,
illustratoren is schatplichtig aan Thé Tjong Khing. De heldere lijnvoering, het
kleurgebruik, uitgebalanceerde composities, vlakverdeling, emotie zonder
sentiment, mystiek, romantiek, suspense, vertellen met beelden wat woorden niet
vermogen: voor velen van de bekende en de gelauwerde kinderboekillustratoren is
Thé Tjong Khing duidelijk een voorbeeld geweest.
Tot slot een compliment voor de samenstellers
van de tentoonstelling. De prenten zijn bewust opgehangen op de ooghoogte van
kinderen, zodat zij niet op hun tenen hoeven te staan om in de wereld van Thé Tjong
Khing te duiken. En de volwassenen moeten enigszins bukken (door de knieën) om
al het fraais te aanschouwen. Daarbij worden we gedwongen ( en terecht) om een
diepe buiging te maken voor de meester. Chapeau!
Reacties
Een reactie posten