Jaren geleden gaf ik les op een christelijke basisschool in
IJmuiden. Eigenlijk wilden ze me niet hebben, maar god, overmacht: een zieke
juf en dan neem je de eerste de beste vervanger die zich voordoet. Dat was ik.
Geen probleem, ook niet voor mij want ik zat dringend verlegen om werk en
inkomen. Zonder moeite zette ik mijn principes overboord en toog elke ochtend
met de pont naar Oost-IJmuiden. Voorwaarde was wel dat ik de dag met de
kinderen met gebed zou beginnen. Psalmen kende ik niet, zingen kon ik niet,
maar Woord voor Woord , een prachtige kinderbijbel van Karel Eijkman, met
illustraties van Bert Bouman, bracht uitkomst. Deze Bijbel was verantwoord
genoeg om het compromis aan te gaan tussen christelijk onderwijs enerzijds en
mijn kijk op het leven anderzijds.
Waarom deze intro. De junikunstenaar in het Kennemer Theater
is Kees de Kort. Hij profileert zich voornamelijk als illustrator en wel van
bijbelse verhalen. Zijn Kijkbijbel is in vele landen uitgebracht en als
illustrator is hij wijd en zijd bekend. Zijn bijbeltekeningen deden me sterk
denken aan de Woord voor Woord illustraties van Bert Bouman: stevige lijnen,
sprekende kleuren, robuuste vormen. De bijbel modern gemaakt. Aards. In het
Kennemer Theater geen illustraties, maar schilderijen. Niet van bijbelse
verhalen, maar van varkens. Alleen varkens. En hoe moet je daar nou een verhaal
van maken. Als volgt.
Toen ik die zaterdagochtend de tentoonstellingsruimte betrad
had ik eerlijk gezegd een ongemakkelijk gevoel. Wat moet ik hier nou weer mee?
Al die varkens. Duidelijk dat de schilder iets wilde vertellen: het leven van
een varken is geen lolletje. Maar om dat nou achttien keer achter elkaar te
herhalen? Na vier, vijf schilderijen is de boodschap helder. En dan volgen nog een
tiental doeken waar varkens geslacht, gegeten, verworst, vervleest en gegeten worden.
Punt gemaakt.
Ik toog weer naar buiten. Over eerdere tentoonstellingen heb
ik wel gezegd dat ik een idee of noodzaak achter de schilderijen miste. Bij
Kees de Kort is het van meet af aan duidelijk wat hij ons wil vertellen.
Varkens zijn lief en intelligent . Wat wij mensen varkens aandoen is niet
fraai, sterker, het is onmenselijk. Op het eerste schilderij maakt hij al zijn
statement: een varken met twee uiteinden. Geen varkenskop, alleen varkensvlees.
Het dier als consumptiegoed, zonder ziel, zonder identiteit. Dier goed, mens
slecht.
Zo’n boodschap gaat vervelen, hoe nobel de bedoeling ook is.
Ik zag alleen nog het plaatje met de boodschap, en daarna nog een keer
hetzelfde, dan nog een keer, en dan nog een keer. Allemaal onteerde varkens. De
boodschap stond het schilderij in de weg. Hinderlijk in de weg.
Later die dag ging ik voor een tweede keer even langs. Ik
bleef een opstandig gevoel houden. “Nou weet ik het wel, Kees de Kort, met die
varkens van je.’
Maar bij langer kijken vielen me toch wat meer dingen op. Bijvoorbeeld.
Op meesterlijke wijze weet De Kort de varkenshuid te vangen op doek. Een
toegeknepen varkensoogje op een van de schilderijen raakt je echt. Op een ander
schilderij is het varken bijna uit het zicht verdreven. Over blijft een bijna
abstract landschap met een schim van een varken eronder. Spannend.
Verder: een bijna fotografische weergave van een mesthoop,
alleen mest. Je moet maar durven. Overtuigend. En dan die twee langwerpige
zwart-witte schilderijen met alleen varkensruggen, van bovenaf geschilderd,
alsof je door een microscoop naar een stukje huidweefsel kijkt. En dat dan
duizenden keren vergroot. Raadselachtig. Die twee schilderijen begonnen me te
boeien. Tijdens de opening vertelde De Kort van elk schilderij iets en van deze
twee refereerde hij aan zijn inspiratiebron: een schilderij van Rubens , dat in
de Alte Pinakothek in Munchen hangt. Dat heb ik dus maar even opgezocht op
internet en dan zie je maar weer dat een tentoonstelling die je op het eerste
gezicht aanstellerij vindt, op het tweede gezicht meer herbergt dan je in enen kan
bevatten. De link tussen de Bijbel en de varkens, tussen hemel en aarde, werd mij
op deze schilderijen opeens duidelijk. Helaas kan ik geen plaatje van die schilderijen
laten zien, want de meeste afbeeldingen op internet heeft De Kort hermetisch
beveiligd. Dus geen vergelijkingsmateriaal. Alleen zijn voorbeeld dan, Rubens:
In een immense dynamiek zie je bij het Laatste Oordeel (hier:
De val van de verdoemden) de lichamen van de uitverkorenen en de zondaars
richting hemel respectievelijk hel donderen. Hetzelfde effect bereikt De Kort
met die twee varkens-in-de-stal-schilderijen. Een batterij varkenslichamen wordt
die ene kant opgeperst, of het nou hemel is of hel, er is geen ontkomen aan.
Daar raakt De Kort waar het om gaat met zijn varkensempathie: mens of dier, het
maakt geen moer uit, veroordeeld ben je.
En dan zijn we meteen terug bij zijn bijbelillustraties. De
Kort is een begenadigd illustrator. Maar een illustrator heeft natuurlijk wel
een verteller nodig, een verhaal. Zijn bijbelillustraties (zie internet) zijn aardse
plaatjes bij verhalen die teruggaan naar de oerdriften van de mens: liefde,
lust, hebzucht, moord en doodslag. Als De Kort zijn schilderijen verbindt aan
die verhalen is hij top. In het Kennemer Theater is dat het geval met de link
die hij legt tussen de Val van de verdoemden (Rubens) en zijn varkensstal.
Als De Kort zijn schilderijen echter verbindt aan zijn éigen
verhaal, zijn eigen boodschap , dan zien we weliswaar knap geschilderde
plaatjes, maar erg plat. Teveel van hetzelfde, met steeds dezelfde boodschap. Eenduidig.
Erg saai, eigenlijk.
De boodschap staat uiteindelijk teveel het schilderij in de
weg. Na een keer kijken weet je het wel. Drie of vier schilderijen op deze
tentoonstelling zijn prachtig. De rest mag naar het partijkantoor van de Partij
voor de Dieren.
Reacties
Een reactie posten