Vroeger hoorde je van een eigentijdse tentoonstelling weleens lollig zeggen: dat
kan mijn zoontje van vier ook. Nou, dat kun je van de schilderijen van Ite
Siegers niet zeggen. Mijn zoontje van eenentwintig kan dit niet. Maar daar is dan ook tegelijk alles mee gezegd.
Ite Siegers toont ons 20 schilderijen: landschappen. En ze lijken allemaal op
landschappen.
Met een gevoel van onbehagen verliet ik
zaterdag de tentoonstellingsruimte. Waarom deze werken? Wat wil Siegers ons
hiermee zeggen? Verantwoorde kunst, en op het eerste gezicht ‘mooi’, met
krulletters.
Hoewel. Mooi? Laat ik eerst even uitweiden.
Wie wel eens door de polder loopt, weet dat
een landschap nooit hetzelfde is. Dat ligt niet aan het landschap. Dat ligt aan
het licht. Boven de polder de hemel, de ene keer in stralend blauw, de andere
keer in miezerig grijs en al te vaak met hoge Hollandse luchten. Zoals we die
kennen van Ruysdael, van Roelofs, van Weissenbruch.
Het toeval wil dat ik die zaterdagochtend,
voordat ik naar de tentoonstelling van Ite Siegers ging, bij de kunstuitleen
een schilderij ophaalde van Peter Kempeneers. Ook een landschap. Een polder met
een lucht erboven. Zware klodders verf met enkele penseelstreken het doek
opgekwakt, maar het resultaat mag er zijn. Een stevig landschap waar het licht
zich naar buiten weet te dringen. Kempeneers voegt zich hiermee in mijn rijtje
van landschapsschilders die je laten kijken naar een landschap dat je o zo goed
kent, maar die door een andere blik en toets iets toevoegen wat je daarvoor
niet eerder had gezien. De Haagse School leerde me licht kennen, Weissenbruch
leerde me blauw kennen dat ik nooit eerder zo ervaren had, Van Gogh de
zindering in de lucht van een landschap. Oke, dan noem ik wel hele grote, maar dichter
bij het hier en nu heb ik het ook.
Piet de Ridder bijvoorbeeld brengt kleur in
een landschap dat ik daarvoor niet eerder heb waargenomen. Nu wel. En Peter
Kempeneers brengt een woestheid aan in het geordende polderland dat ik daarvoor
niet heb gezien. Nu wel. En kijk eens naar de geheimzinnige houtskooltekeningen
van Reinie Spoelstra (zomer 2010 bij Schone Schijn).
Waarom zo’n lange intro? Ik wil Ite Siegers
niet te veel afvallen. Ik wil mijn kritiek op zijn werken goed beargumenteren.
Maar eigenlijk wil ik ook een beetje arrogant zeggen: jij maakt je er wel erg
makkelijk van af met je tekeningen. Alle werken lijken op elkaar en er wordt
niets toegevoegd. Nergens iets nieuws en nergens iets verrassends. Nergens een
persoonlijke kijk van de schilder op die talrijke landschappen.
Als ik mijn eerste rondje maak denk ik nog, ja
oke, mooie kleuren, warme tinten, een landschap zoals het tot je komt als je er
met de auto doorheen rijdt. Tijdens mijn tweede ronde kreeg ik de kriebels. En
voelde ik me genept. Ik ging wat langer kijken en begon mij zelfs te ergeren.
Alle landschappen zijn op dezelfde manier opgebouwd. De horizon net even boven
of onder het midden van het papier daaronder een weiland, een bollenveld, de zee en het strand, de hei, of
wat voor plaatje dan ook uit Drenthe, Toscane, Duitsland, Kennemerland.
En dan dat trucje. Zijn handelsmerk, vrees ik.
Siegers goochelt met licht door met een mesje het dikke papier los te peuteren
zodat de witte papierpluisjes zonlicht suggereren. Het materiaal laten spreken,
heet dat in de opleidingen. En dat hij niet een keer, maar op bijna elk
werk. Een eigen vorm van pointilisme
bedacht. Dat trucje gaat op den duur irriteren, ook al omdat Siegers van geen
ophouden weet.
En er ontbreekt iets aan al dat gefrunnik met
dat licht. Als je toch wat met het licht wil, en je bent ontvankelijk voor het
gespikkel van het pointilisme, moet je toch ook de andere kant van het licht in
je werken meenemen. Nergens zien we schaduw. Ja, wel een een donkere tint zo
hier en daar. Maar geen mooie slagschaduw, geen strijklicht, geen tegenlicht,
geen schaduw die het licht ondersteunt. Siegers lijkt gefascineerd door licht,
maar hij vergeet de schaduw en de donkere kanten van het landschap.
Ik mis de essentie van een landschap in zijn
werk. Tijd en seizoenen zijn inwisselbaar op zijn werken. Is het vroeg in de
ochtend of veel later op de dag? Lente of zomer, herfst of winter, Toscane of
Drente? Hij kan zijn schilderijen die
titels wel meegeven, maar alles lijkt hetzelfde. Alsof hij al zijn landschappen
thuis van een foto heeft nagetekend. Vlak en
zonder zuurstof.
Waarom al die landschappen, vraag je je
af? Wat wil Ite Siegers ons laten zien?
Wat wil heeft hij ons te vertellen? Dat
mag je toch wel vragen, als iemand een overzicht geeft van zijn werken in een
mooie tentoonstellingsruimte?
Maakt hij zich er vanaf? Ja, hij heeft zich er
vanaf gemaakt.
Mooi, maar niet heus.
Tentoonstelling: Prinsen & Siegers. 29 november - 27 december | opening: zaterdag 3 december om 16.00 uur
Tentoonstelling: Prinsen & Siegers. 29 november - 27 december | opening: zaterdag 3 december om 16.00 uur
Reacties
Een reactie posten