Vroeger thuis lazen we de Donald Duck. Eens in het jaar bracht oom Donald een bezoekje aan het Duckstad Museum voor Moderne Kunst. In het Vrolijk Weekblad werd daar de moderne kunst teruggebracht tot vrolijke heldere vormen. Schilderijen met driehoeken en rechthoeken en een vraagteken, zwierige beelden die achteloos op een sokkel prettig abstract stonden te wezen. Het Stedelijk Museum van de jaren zestig verstript. Lang was ik het Duckstad Museum vergeten tot ik vorige week zaterdag de beelden van Tom Wagenaar ontmoette. In een uitgeklede tentoonstellingszaal in het centrum voor de Kunsten exposeert Wagenaar vijf beelden, niet meer. Plus een vitrine met een paar schaalmodellen van de beelden. Dat is het. En wat een plezier straalt dit uit. De ene beeldhouwer maakt monumenten, de ander tart de zwaartekracht, een derde zoekt het in vormen en een vierde in beweging. Tom Wagenaar is er een van het vrolijke en lichte, van de luchtige kant van het bestaan. (Althans, in zijn beelden